Biografie

Lydia Nederlof (Den Haag, 1958) is aanvankelijk opgeleid tot beeldhouwer maar in de loop van de tijd heeft haar aandacht zich verlegd en werkt zij in verschillende disciplines, met diverse technieken en liefst mixed media.

Biografie

Lydia Nederlof (Den Haag, 1958) is aanvankelijk opgeleid tot beeldhouwer maar in de loop van de tijd heeft haar aandacht zich verlegd en werkt zij in verschillende disciplines, met diverse technieken en liefst mixed media.

Solotentoonstellingen

Lees meer >

Groepstentoonstellingen

Lees meer >

Opdrachten en aankopen

Lees meer >

Al het werk, groot en klein, kenmerkt zich door episodes; een onderwerp kan door toeval of een bepaalde belangstelling ontstaan maar groeit dan uit tot een groter geheel waarin het met bijna obsessieve aandacht wordt uitgediept; een schilderij van gras, wordt gevolgd door schilderijen van allerlei soorten gras, schilderijen van groene planten, moestuinen, bloemperken, bloembollen en uiteindelijk honderden bloemen, verwerkt in grote objecten.

Een ‘vliegenkast’ resulteert in tientallen kasten met diverse insecten, slakken van springveren, motten van mosselschelpen, vlinderpoppen van touw, schilderijen van vliegen, van bijen enz.

Het conserveren van een gevonden zeester in een papieren object mondt uit in tientallen papieren objecten, meer of minder transparant met daarin opgesloten of juist uitbottende vormen.

“Ik werk om mezelf te vergeten. Niet omdat ik mezelf zo vreselijk vind maar omdat die staat van zijn een gevoel van geluk geeft. Je verliest jezelf in iets en als dat lukt, werk je heel geconcentreerd, onberedeneerd, en naar je gevoel moeiteloos. Het resultaat is daarvan de weerslag”.

Negen vliegen

Korenbloemen

Opleiding

1975 – 1980 Academie voor Beeldende Kunsten – Rotterdam, afdeling Plastische Vormgeving

1980 – 1982 Gerrit Rietveld Academie – Amsterdam, afdeling industriële vormgeving

Negen vliegen

Al het werk, groot en klein, kenmerkt zich door episodes; een onderwerp kan door toeval of een bepaalde belangstelling ontstaan maar groeit dan uit tot een groter geheel waarin het met bijna obsessieve aandacht wordt uitgediept; een schilderij van gras, wordt gevolgd door schilderijen van allerlei soorten gras, schilderijen van groene planten, moestuinen, bloemperken, bloembollen en uiteindelijk honderden bloemen, verwerkt in grote objecten.

Een ‘vliegenkast’ resulteert in tientallen kasten met diverse insecten, slakken van springveren, motten van mosselschelpen, vlinderpoppen van touw, schilderijen van vliegen, van bijen enz

Het conserveren van een gevonden zeester in een papieren object mondt uit in tientallen papieren objecten, meer of minder transparant met daarin opgesloten of juist uitbottende vormen.

“Ik werk om mezelf te vergeten. Niet omdat ik mezelf zo vreselijk vind maar omdat die staat van zijn een gevoel van geluk geeft. Je verliest jezelf in iets en als dat lukt, werk je heel geconcentreerd, onberedeneerd, en naar je gevoel moeiteloos. Het resultaat is daarvan de weerslag”.

Opleiding

1975 – 1980 Academie voor Beeldende Kunsten – Rotterdam, afdeling Plastische Vormgeving

1980 – 1982 Gerrit Rietveld Academie – Amsterdam, afdeling industriële vormgeving